‘Geothermie’ betekent precies hetzelfde als ‘aardwarmte’. De term is een samentrekking van de Griekse woorden ‘geo’ (aarde) en ‘thermos’ (warmte). Aardwarmte is deels restwarmte uit de tijd dat de aarde gevormd werd. Het is deels ook warmte die ontstaat door natuurlijk verval van elementen in de aardkorst en door de wrijving van onder meer aardplaten. De term ‘geothermie’ verwijst daarnaast naar alle toepassingen die op één of andere manier gebruik maken van aardwarmte. Dit gaat van het onttrekken van warmte voor het aandrijven van een warmtepomp over het direct gebruiken van warmte voor verwarming of koeling tot de productie van elektriciteit met water dat warmer is dan 90°C. ‘Diepe’ geothermie benadrukt de diepe oorsprong van de aardwarmte. Koude/warmte-toepassingen die gebruik maken van de warmteopslagcapaciteit van de ondiepe ondergrond vallen hier dus niet onder.

Schematische geologische doorsnede toont de relatie tussen de geothermische bron en de reservoirs in de ondergrond. (Bron: Barbier, 2002, modified by IGA.)
In enkele vulkanische gebieden, in IJsland bijvoorbeeld, maar ook in Italië, wordt diepe geothermie reeds lang toegepast. Maar ook in België is diepe geothermie mogelijk, al moeten we daarvoor wel diep boren. In een aantal regio’s zijn immers diepe grondwaterlagen beschikbaar die een hoge temperatuur hebben. Immers… hoe dieper men in de ondergrond gaat, hoe warmer het wordt. In België bedraagt de oppervlaktetemperatuur ongeveer 10°C en ze stijgt met ongeveer 30°C per kilometer. Aangezien de ondergrens voor directe verwarmingstoepassingen ongeveer 25°C bedraagt, moet je hiervoor minstens 500 meter diep boren.
Vanuit een menselijk tijdperspectief verlopen deze processen traag, maar constant in de tijd en zorgen ze voor een constante toevoer van warmte. Daarom is aardwarmte, net als zonne-energie, een hernieuwbare energiebron. Aardwarmte kan op twee manieren worden gebruikt: direct of indirect. De keuze hangt af van de beschikbare temperatuur, de aanwezigheid van een reservoir, de beoogde toepassing en de economische context. Bij een direct gebruik wordt de energie van het warme water rechtstreeks benut voor het verwarmen van gebouwen, het aandrijven van een stroomturbine of een combinatie van verwarming en stroomopwekking. De temperatuur van het water bepaalt in grote mate de mogelijke toepassingen. Indien de temperatuur van het opgepompte water niet hoog genoeg is, kunnen warmtepompen ingeschakeld worden. Een warmtepomp is een apparaat dat warmte onttrekt op een bepaalde temperatuur en deze warmte bij een hogere of lagere temperatuur terug afgeeft. In dit geval spreekt men van indirect gebruik van aardwarmte.
Bron: Beknopte wegwijzer, geothermie in België, VITO, 2012